Mantelzorgverhaal van Vlieland
Iedere dag zorgen zo'n 5 miljoen Nederlanders voor een partner, kind, familielid of naaste. Dat doen ze met liefde, toewijding en aandacht. Tijdens de Dag van de Mantelzorg op 10 november stonden al deze onmisbare mantelzorgers in het zonnetje. Zoals Nel Potiek (63) van Vlieland, die mantelzorger is voor haar ouders.
"Mijn ouders redden zich over het algemeen prima samen. Bijna een jaar geleden werd er kanker bij mijn vader geconstateerd. Dat speelt hem af en toe parten, waardoor mijn moeder naast haar dagelijkse taken ook de zorg voor mijn vader op zich neemt. Dat zijn momenten dat ik extra vaak langs ga om te kijken of ik hen ergens mee kan helpen. Al is het maar een ritje naar de huisarts of een boodschapje halen. Voor mij een klein gebaar, voor hen een groot verschil.
Onmisbare hulp
Of ik me mantelzorger voel? Eigenlijk niet. Het woord maakt het zo formeel. Ik vind het zelf niet meer dan logisch dat ik als dochter klaar sta voor mijn ouders. Ik ben enig kind, maar dat betekent niet dat ik er alleen voor sta. Ook mijn man helpt regelmatig. Waar ik van de praktische hulp ben, is hij meer van de administratieve zaken. Zo heeft hij bijvoorbeeld contact opgenomen met de verzekering van mijn ouders toen hun schutting was omgewaaid tijdens de herfststorm.
Nog zo'n onmisbare hulp is Connie. We kennen elkaar al jaren en ze woont bij mijn ouders om de hoek. Afgelopen zomer twijfelde ik over onze vakantieplannen. Ik wilde liever niet te ver weg van mijn ouders voor het geval er iets mis zou gaan. 'Nee joh, ga lekker', riep Connie. Zij heeft een oogje in het zeil gehouden en was er in het geval het nodig zou zijn. Door Connie kon ik met een gerust hart genieten van onze vakantie.
Omgedraaide rollen
Iedere keer dat ik de boodschappen haal, de klimop in de tuin terugsnoei of de medicijnen breng zijn mijn ouders dankbaar. Ik vind het de normaalste zaak van de wereld om elkaar te helpen als dat nodig is, maar mijn ouders zijn dat minder gewend. Die hebben hun hele leven lang hun eigen boontjes gedopt. Voor hen is niet altijd makkelijk hulp te vragen. Ik zie mijn stoere vader veranderen in iemand die zorg nodig heeft. Ook voor mij is dat af en toe slikken. De rollen zijn inmiddels omgedraaid. Dat is voor ons alle drie even wennen.
Met de hulp van mijn man, Connie en mij redden mijn ouders zich nog prima. Maar er komt ongetwijfeld een moment dat er meer zorg nodig zal zijn. In dat geval is thuiszorg voor ons geen discussiepunt. Dat hebben we nog nooit hardop uitgesproken, maar ik weet één ding zeker: mijn ouders willen vooral dat ik hun dochter ben. Niet de wijkverpleegkundige. Ik sta er precies hetzelfde in."