Bericht van burgemeester Michiel Schrier
Bonaire, St. Eustatius en Saba oftewel de BES-eilanden waren afgelopen week op bezoek op de Waddeneilanden. Deze eilanden zijn bijzondere gemeenten van Nederland en worden ook wel Caribisch Nederland genoemd. Bonaire ligt benedenwinds dicht bij de kust van Zuid Amerika. St. Eustatius (zelf noemen ze het Statia) en Saba liggen bovenwinds op zo’n 800 km afstand van Bonaire. Een burgemeester heet daar gezaghebber en een wethouder gedeputeerde. De overeenkomsten in de situaties van deze eilanden met die van de Waddeneilanden zorgen voor verbinding en de kans om van elkaar te kunnen leren.
Ook in de Caribische gemeenten moet alles met een boot (of vliegtuig) worden aangevoerd. Of het nu levensmiddelen of bouwmaterialen zijn. Net als bij ons zijn de bouwkosten ook hoger dan elders in Nederland. De woningmarkt staat onder druk door stijgende prijzen door instroom van mensen van buiten het eiland maar ook door het ontbreken van ruimtelijk beleid en verordeningen. Ze zijn dan ook zeer geïnteresseerd in hoe wij het op de Waddeneilanden regelen en organiseren om van het wieg tot het graf op het eiland te kunnen wonen.
Op de kleinere eilanden Saba (2155 inwoners) en St. Eustatius (3142 inwoners) kunnen kinderen niet alle vormen van voortgezet onderwijs volgen en gaan zij soms na het derde jaar naar St. Maarten of naar Nederland voor vervolgonderwijs. Ook de vraag hoe je goede zorg kan leveren aan iedereen op het eiland is een thema. Op Ameland hebben wij het nieuwe zorgcentrum bekeken en kon ik vertellen over de Boswijk en De Ton. Door de kleinschaligheid vragen deze voorzieningen om overheidsinvesteringen omdat de markt dit niet oppakt. Dat is daar niet anders.
De BES-eilanden zijn geen onderdeel van een provincie en vallen direct onder een aantal ministeries. Een aantal van hen was ook aanwezig bij het bezoek aan Ameland. Wíj merken al
dat ministeries soms ver van een (eiland-)gemeente afstaan in beleid en regels die vanuit Den Haag onze kant op komen. Onze, vanuit de samenwerking gecoördineerde, lobby richting Den Haag sprak de BES-eilanden dan ook erg aan. Op gemeenschappelijke punten sta je namelijk sterker met elkaar dan ieder voor zich. Onze samenwerking is geen blauwdruk, want zij zullen eerst zelf moeten ontdekken hoe en op welke zaken ze samen willen werken.
Door de grote afstand tot Nederland moet de gemeente op de BES-eilanden meer taken uitvoeren dan de gemiddelde Nederlandse gemeente. Denk aan douanetaken of beheer van de (lucht)haven. Daardoor werken er relatief veel mensen in overheidsdienst. Daarnaast hebben mensen ook werk naast hun baan bij de gemeente of raadslidmaatschap. Dubbele petten en belangenverstrengeling liggen dan op de loer. We hebben gesproken over onafhankelijk toezicht door onze omgevingsdienst, hoe wij omgaan met toezichthouders en of die op het eiland kunnen wonen. Dat leverde interessante discussies op over integriteit die wij als Vlieland ook zien en voelen. Ik als burgemeester in ieder geval. Samen met de vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) gaan we kijken of we hier een klankbordgroep voor op kunnen zetten met Caribische- en Waddenbestuurders. Volgens mij kunnen wij veel van elkaar leren en met het digitaal vergaderen is de wereld ook steeds kleiner geworden.
Inmiddels was dit het tweede bezoek van de BES-eilanden aan de Waddeneilanden. Net als vorig jaar sloot dit aan op het jaarlijkse VNG congres en werd het georganiseerd door de provincie Fryslân, De Waddeneilanden en het ministerie van BZK. Het leuke is dat je, omdat je elkaar al kent van vorig jaar, andere en diepere gesprekken hebt met de collega’s. We vinden elkaar in het wonen op een eiland, omringd door water, met hechte gemeenschappen die vanuit het verleden gewend zijn om in goede en slechte tijden er voor elkaar te zijn.
Ik vond het bezoek heel waardevol omdat het je ook laat reflecteren hoe wij het hier zelf hebben geregeld en vormgegeven. Dat geeft veel inspiratie.
Michiel Schrier, burgemeester